Duurzame mobiliteit en materieel voor schilders en

Transitie naar emissieloze bouwplaats in hogere versnelling

Op bouwplaatsen en projectlocaties ontstaan de mooiste dingen. Helaas zijn er ook minder mooie bijeffecten: emissies zijn er torenhoog. En een elektrische heftruck of graafmachine koop je niet bij de dealer om de hoek, om de reden dat de ontwikkeling van zwaarder emissieloos bouwmaterieel nog in de kinderschoenen staat. Of nog fors duurder is dan materieel met een fossiele verbrandingsmotor. Dat zien we ook in de onderhoudssector. Stichting Emissieloos Netwerk Infra (ENI) heeft als doel om de transitie in een hogere versnelling te zetten. Ze wil ervoor zorgen dat zwaar emissieloos materieel sneller beschikbaar wordt.

EdwinLokkerbol7171
EdwinLokkerbol7171

Een feitje om mee af te trappen: mobiele machines in de (land)bouw veroorzaakten in 2018 8 procent van de CO2-, 19 procent van de NOx- en 18 procent van de fijnstofuitstoot van het totale wegverkeer in Nederland. Die cijfers geven wel aan dat de concentratie van ongezonde stoffen op en om bouwplaatsen ontzettend hoog is. En dus is er op zulke locaties veel winst te boeken. Ook in de schilders- en onderhoudssector! 

Dat laatste is de missie van ENI. “Het belangrijkste is dat de bouw drastisch snijdt in emissies van bouwmachines op en om de bouwplaats. De hoeveelheid CO2-uitstoot moet stevig naar beneden om te kunnen voldoen aan de klimaatdoelstelling”, vertelt ENI-programmamanager Edwin Lokkerbol, die zelf bijdraagt door op de fiets tussen zijn huis en werkplek te pendelen. 

Het ENI is een programma dat wil verbinden en zaken voor elkaar wil krijgen. De stichting praat met leveranciers, kennisinstellingen, opdrachtgevers, aannemers en brancheorganisaties. Dat gebeurt in de overtuiging dat er daadwerkelijk behoefte is aan een koplopersnetwerk.  

rectangle - download - hulp bij keuze elektrische bestelauto.jpg

Stroomversnelling 

Edwin legt de vinger op de gevoelige plek. “Het is algemeen bekend dat bouwmachines veel emissie uitstoten. Tegelijkertijd is het onmogelijk om ze te vervangen, om de simpele reden dat er geen gelijkwaardige emissieloze alternatieven zijn. En dat is wat we willen veranderen; we willen de ontwikkeling in een stroomversnelling brengen.” Normaal duurt het tien jaar om nieuwe systemen en een netwerk te ontwikkelen. Door vraagbundeling en ketensamenwerking wil ENI daar vier jaar vanaf snoepen. 

“Daartoe gaan we het gesprek aan met ontwikkelaars, met ons sterke netwerk”, vervolgt hij. Dat laatste is geen overstatement. Grote spelers als Heijmans, OnderhoudNL-partner Boels, Dura Vermeer en Ballast Nedam sloten zich al aan bij ENI. Edwin: “Maar ook wat kleine mkb’ers en die zijn voor ons netwerk even belangrijk. Zij hebben vaak innovatieve ideeën om elektriciteit naar de projectlocatie te krijgen. Daarnaast zijn het vaak de onderaannemers die erg actief zijn op de bouwplaats, dus voor hen is dit thema zeer relevant.” 

EdwinLokkerbol7181.jpg

Voldoende laadcapaciteit 

Volgens Edwin wordt het tempo van de transitie grotendeels bepaald door de beschikbaarheid van materieel. “Het is belangrijk dat zwaarder materieel met veel behoefte aan batterijcapaciteit een hele dag kan draaien. Daarvoor heb je netwerkaansluitingen nodig en daarvoor moet je als aannemer in overleg met je opdrachtgever. Voldoende laadcapaciteit is één van de allergrootste uitdagingen. Er komen steeds meer laadpalen en dat is een goede zaak, maar om de volgende stap te kunnen zetten is het aanbod van laadpalen met een groot vermogen essentieel.” 

Een rol van het ENI is het creëren van vraag. “Het wordt voor een producent pas interessant om een machine op elektriciteit of zelfs op waterstof te ontwikkelen op het moment dat er voldoende vraag naar is. Met ons grote netwerk spelen we daar een rol in. Bij een afnamegarantie en een grotere vraag is een leverancier eerder bereid om te gaan ontwikkelen. Dat is een van de krachten van ons collectief: het bundelen van de vraag.” 

Toegang tot antwoorden 

ENI is behalve een gesprekspartner van relevante partijen ook een kennisnetwerk voor de partners. Zo’n netwerk is voor de ene deelnemer wat meer wennen dan voor de andere, ziet Edwin. “Ons netwerk bestaat uit partijen die elkaars concurrent zijn en sommige moeten wennen aan deze samenwerkingsvorm. Aan de ene kant wil je elkaar niet wijzer maken dan nodig. Maar je moet ook samen optrekken en gezamenlijk zoeken naar antwoorden die iedereen nodig heeft. Zo’n netwerk is daarbij een sterk wapen: het geeft je toegang tot antwoorden. Bijvoorbeeld van een bedrijf als Boels, of importeurs van groot bouwmaterieel. ENI is een zeer nuttige ingang en een grote bron van relevante kennis.” 

Edwin raadt bedrijven uit de bouw- en onderhoudssector die aan de vooravond van een investering staan aan om nu extra goed te oriënteren en na te denken. “Ik ken een bedrijf dat behoefte heeft aan een nieuwe machine en het liefst een emissieloze variant zou aanschaffen, maar die is er nog niet. Mijn tip was om de afschrijvingstermijn van de machine die hij kocht daarop af te stemmen, zodat hij over vijf jaar wél de gewenste machine kan kopen. Denk dus vooruit en plan goed.” 

op weg naar emmisieloze projectlocatie.jpg

Dialoog zoeken 

Ook in het aangaan van de dialoog met opdrachtgevers zoals corporaties en Rijkswaterstaat schuilt volgens Edwin een deel van de oplossing. “Bouwpartijen zijn afhankelijk van opdrachtgevers die eisen stellen. Maar je kunt natuurlijk in overleg gaan met je opdrachtgever, bij voorkeur zo vroeg mogelijk. Dat kan al bij aanbestedingen. Vraag hoe belangrijk emissieloos bouwen en onderhoud zijn voor de opdrachtgever. En geef aan dat je een investeringsplanning aan het maken bent. Wie weet kan de opdrachtgever je ruimte geven om de volgende stap te zetten. Zo komt die spinkraan of grote hoogwerker ineens een stuk dichterbij. Uiteindelijk is emissieloos bouwen in het belang van de hele sector, dus ook van de opdrachtgever.” 

Wat doet OnderhoudNL op het gebied van duurzame mobiliteit en materieel?
okke

Okke Spruijt
(tijdelijk waarnemer)

Klimaat en Energietransitie
0182 - 556 140 | 06 - 53 70 78 73
Stuur mij een e-mail

Calculator transport CO2

Lees hier de andere interviews

Uitgelicht

Uitgelicht Duurzame mobiliteit_1024x606

Bent u klaar voor elektrisch vervoer?

Wie vanaf 2025 met zijn bestelbus de binnenstad in wilm moet goed opletten. In ongeveer veertig stadskernen gelden dan namelijk zero-emissiezones. Doel is om hiermee flink op CO2-uitstoot te besparen. Ook de schilders- en vastgoedonderhoudssector krijgt daarmee te maken. Bent u al voorbereid?

U leest het in OnderhoudNL Magazine

Word ook lid

Profiteer direct van kortingen, tools, informatie en onze lobby om nog slimmer te ondernemen. Samen zijn we een sterke sector van ondernemers en vakmensen. Wij houden Nederland mooi.

Bekijk wat het lidmaatschap inhoudt