Aansprakelijkheid loonheffingen bij onderaanneming

Loonheffing bij onderaanneming

G-rekening

Om het risico van aansprakelijkheid te beperken, kan de hoofdaannemer bedragen die overeenkomen met de loonheffingen die de onderaannemer in verband met het werk moet afdragen, storten op een geblokkeerde rekening (g-rekening) van de onderaannemer.
Meer over de g-rekening op belastingdienst.nl

Storting g-rekening berekenen

De hoofdaannemer mag zelf bepalen welk percentage van het loon uit de aanneemsom op de g-rekening van de onderaannemer wordt gestort. Er zijn twee manieren om de hoogte van het bedrag te bepalen dat de hoofdaannemer op de g-rekening van de onderaannemer stort:

• • Een indicatie van het loonkostenbestanddeel
    De hoogte van het loonkostenbestanddeel is bekend bij de onderaannemer/uitlener.
  • Gemiddelde brutoloon van de sociale verzekeringswetten
    Dit komt in de praktijk niet veel voor omdat de meeste onderaannemers dit loon niet bekend willen maken, omdat de hoofdaannemer dan kan zien hoeveel de onderaannemer aan het werk verdient.

Bepalen van loonkostenbestanddeel

Uit de praktijk zijn er indicaties voor het bepalen van het loonkostenbestanddeel in percentages van de onderaanneemsom. Dat ligt op 70% als het alleen om schilderwerk gaat, op 60% als schilderwerk wordt gecombineerd met kleine bouwkundige werkzaamheden en op 50% als schilderwerk wordt gecombineerd veel bouwkundige werkzaamheden.

Nadat het loonkostenbestanddeel is vastgesteld, moet vervolgens circa 35 tot 40% van het loonkostenbestanddeel overgemaakt worden op de g-rekening van de onderaannemer. Uiteraard moet dit wel overeengekomen worden in het onderaannemingscontract. 

Let op: de hierboven genoemde percentages geven in de praktijk een goede richtlijn. Bedrijven moeten echter zelf kijken of dit in hun situatie past.