Nieuwe pensioenregeling: meer zekerheid door solidariteitsreserve

Nieuwe pensioenregeling: meer zekerheid door solidariteitsreserve

In de reeks artikelen over de Wet Toekomst Pensioenen (WTP) leggen we deze keer uit hoe ook in de nieuwe regeling meer zekerheid aan de deelnemers van BPF Schilders kan worden geboden. U leest deze artikelen terug via het nieuwsoverzicht of in het dossier Pensioen. 

Risico op verlaging van pensioenen beperken

De huidige pensioenrechten van alle deelnemers in BPF Schilders, zitten nu in één grote collectieve pot. In de nieuwe regeling wordt het eigen pensioen opgebouwd in een individuele pot. In het vorige artikel hebben we beschreven dat er weliswaar individuele pensioenpotten komen, maar dat BPF Schilders nog steeds collectief alle euro’s zal beleggen. Al die individuele pensioenpotten samen vormen het vermogen dat collectief wordt belegd. Op die manier kan een hoger rendement worden bereikt en naar verwachting een beter pensioen worden opgebouwd.

De andere kant van die individuele pensioenpotten is, dat er een groter risico zal zijn op verlaging van de pensioenen. En we weten uit onderzoek onder de deelnemers van BPF Schilders, dat verlagen van pensioenen iets is wat zij verschrikkelijk zouden vinden. BPF Schilders heeft nog nooit een verlaging hoeven door te voeren. Sociale partners en het bestuur van BPF Schilders willen dat ook in de toekomst zoveel als mogelijk voorkomen.

Om een nieuwe pensioenregeling te bouwen die veel kenmerken zal hebben van de huidige collectieve regeling, hebben sociale partners aan het bestuur van BPF Schilders aangegeven de voorkeur te hebben voor de Solidaire Premieregeling (SPR). In het artikel van 24 augustus hebben we de belangrijkste kenmerken van die regeling uitgelegd. Onderdeel daarvan zal onder andere een Solidariteitsreserve zijn.

Solidariteitsreserve opbouwen, maar ook startkapitaal bij aanvang

Op basis van de wet moet BPF Schilders een minimaal vereist eigen vermogen aanhouden (MVEV) én een operationele reserve. Dit betekent dat niet het volledige vermogen van BPF schilders kan worden verdeeld naar individuele pensioenkapitalen. En dan moet de Solidariteitsreserve nog gevuld worden. Dat kan in de loop van de tijd gebeuren, maar het is verstandig om wel direct op 1 januari 2026, op de datum dat de nieuwe regeling ingaat, een zekere buffer te reserveren. Hoe hoog die moet zijn is nog onderdeel van het gesprek tussen sociale partners en het bestuur van BPF Schilders. En het zal ook onderdeel zijn van het totale voorstel aan de ALV (en aan de achterbannen van FNV Bouwen & Wonen, CNV Vakmensen en de LBV).

Wanneer mag geld uit de Solidariteitsreserve gehaald worden

De Solidariteitsreserve is een buffer voor tegenvallers. Het gaat vooral om:

• Voorkomen of dempen van nominale verlagingen;
• Opvangen van het langlevenrisico.

Het eerste aanwendingsdoel van de Solidariteitsreserve wordt gebruikt als bijvoorbeeld door een economische crisis de waarde van de beleggingen (zoals aandelen, obligaties) enorm daalt. In dat geval is er mogelijk niet voldoende pensioenkapitaal meer om de pensioenuitkering te kunnen blijven betalen zoals was gepland. In 2007/2008 hebben we kunnen zien welke gevolgen een dergelijke crisis ook voor pensioenen kan hebben. Grote pensioenfondsen zoals in de metaalnijverheid hebben toen pensioenen nominaal, dus in echte euro’s, moeten verlagen.

In de nieuwe pensioenregeling wordt dan geprobeerd om het tekort te vullen uit de solidariteitsreserve. Hoe hoger de solidariteitsreserve, hoe kleiner de kans dat de pensioenen moeten worden verlaagd. Het gaat dan om hele grote bedragen in euro’s. Maar BPF Schilders heeft laten berekenen dat het om een relatief klein percentage gaat van de totale pensioenkapitalen. Met een solidariteitsreserve van 2% lijkt voorlopig al een grote bescherming tegen het risico op verlaging van pensioenen te kunnen worden bereikt.

Het langlevenrisico gaat over het risico dat de gemiddelde leeftijd in Nederland en van deelnemers van BPF Schilders en gepensioneerden hoger wordt. Dan moet er gemiddeld genomen langer pensioen uitgekeerd worden. De pensioenuitkering stopt bij overlijden, en als iedereen langer van pensioen blijft genieten, levert dat financieel een probleem op.

Ook nog rekening houden met compensatie

En dan willen sociale partners ook nog de deelnemers aan de huidige pensioenregeling compenseren voor het feit dat de opbouw van pensioen in de nieuwe regeling anders zal zijn. Ook deze compensatie zal uit het vermogen van BPF Schilders moeten worden gefinancierd, zo is OnderhoudNL in ieder geval nu van mening.

Wie zouden dan gecompenseerd moeten worden? Met name de oudere deelnemers zullen in de nieuwe regeling minder opbouw kennen. Dit komt omdat in de nieuwe regeling bij het beleggen van de Euro’s in de pensioenpot van oudere deelnemers minder risico zal worden gelopen dan in de huidige regeling. Dit is een gevolg van de inrichting van individuele pensioenpotten met eigen pensioenkapitalen.

Deze andere manier van beleggen betekent dat voor jonge deelnemers meer risico kan worden gelopen, want er zijn meer jaren de tijd om tegenvallers in beleggingen te herstellen. Voor oudere deelnemers is er minder tijd om tegenvallers te herstellen. Deze manier van beleggen zal per leeftijdsgroep verschillen, dus niet per leeftijdsjaar.

Heeft u vragen over de nieuwe regeling? Die kunt u stellen aan BPF Schilders of aan Aad Buller van OnderhoudNL.