Nieuwe pensioenregeling: compenseren bij invaren bestaande rechten

Nieuwe pensioenregeling: compenseren bij invaren bestaande rechten

In het artikel van 19 september in de reeks artikelen over de Wet Toekomst Pensioenen (WTP) dat ging over het wel of niet invaren van bestaande rechten, hebben we wat verteld over het compenseren van deelnemers voor het afschaffen van de ‘doorsneepremie’ in de huidige regeling. In dit artikel komen we terug op de toezegging om wat meer te vertellen over het compenseren. U leest deze artikelen terug via het nieuwsoverzicht of in het dossier Pensioen.

Vergelijking huidige en nieuwe pensioenregeling

In de nieuwe pensioenregeling wordt verwacht dat deelnemers uiteindelijk een betere pensioenuitkering zullen ontvangen dan in de huidige regeling. Dit komt omdat regels in de Wet Toekomst Pensioenen het eerder mogelijk maken om pensioenopbouw en pensioenen te verhogen en daarmee de gestegen prijzen (inflatie) beter worden meegenomen. De andere kant van die medaille is dat er ook een groter risico is dat als het slecht gaat in de economie, de pensioenopbouw en pensioenen moeten worden verlaagd. Met de solidariteitsreserve, waarover in het vorige artikel is geschreven, wordt dat risico weer verkleind.

Bij het ontwerpen van de nieuwe pensioenregeling, kijken sociale partners ook naar de verwachtingen die deelnemers van BPF Schilders konden hebben als de WTP niet zou zijn ingevoerd en de huidige regeling zou zijn doorgezet. Bij invaren van de rechten van deelnemers van de huidige pensioenregeling en het verdelen van die rechten naar individuele pensioenkapitalen in de nieuwe pensioenregeling, ontstaat de situatie dat voor oudere deelnemers (ook voor de oude rechten) minder beleggingsrisico gaat worden gelopen dan in de huidige collectieve beleggingsmix. Dat betekent dat hun individuele pensioenkapitaal in de nieuwe regeling minder zal toenemen dan in de huidige pensioenregeling. In de huidige pensioenregeling vindt het bijschrijven van rendement op beleggingen onafhankelijk van de leeftijd plaats. Om die reden wordt gekeken naar compenseren van met name de oudere groep deelnemers.

Overgang moet evenwichtig zijn

Het uitgangspunt voor de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel is dat de transitie als geheel evenwichtig moet zijn. Dit is inclusief de overstap naar een nieuwe pensioenregeling met invaren van bestaande pensioenopbouw van de deelnemers uit de huidige pensioenregeling.

Sociale partners en BPF Schilders constateren een achteruitgang van het verwachte pensioen van groepen actieve oudere deelnemers ten opzichte van het huidige contract, als er geen sprake zou zijn van compensatie. Voor jongere deelnemersgroepen is er wel een duidelijk zichtbaar positief gevolg van de transitie. Hun individueel pensioenkapitaal kan immers risicovoller worden belegd dan in de huidige regeling, waarbij het beleggen voor alle deelnemersgroepen gelijk resultaat oplevert. Dit vinden partijen niet evenwichtig en is daarmee een reden om te besluiten tot compensatie van deelnemers die nadeel ondervinden van de overgang naar de nieuwe regeling. 

Compensatie betalen uit buffers huidige pensioenregeling

In de huidige pensioenregeling moesten op basis van wet- en regelgeving (het Financiële Toetsingskader – FTK) reserves aangehouden worden om ervoor te zorgen dat alle pensioenen in de toekomst betaald zouden kunnen worden. Deze buffers zijn onderdeel van het totale vermogen van BPF Schilders. Deze noodzakelijke buffers waren er mede oorzaak van dat pensioenen de afgelopen jaren niet konden worden geïndexeerd. De buffers, die in de nieuwe pensioenregeling niet meer als zodanig terugkomen, kunnen bij de overgang naar de nieuwe regeling worden gebruikt om uit het vermogen van BPF Schilders de compensatie van de huidige deelnemers te financieren. 

Invulling compensatie nog onderwerp van gesprek

Er moet nog bepaald worden wat precies wordt gecompenseerd. Gekeken wordt naar compensatie van een eventuele achteruitgang in de totale pensioenverwachting van deelnemers, rekening houdend met nieuwe pensioenopbouw én bestaande pensioenaanspraken. Deze wordt bepaald door de verwachte pensioenuitkering over de hele uitkeringsperiode na transitie, te vergelijken met de verwachte pensioenuitkering over de hele uitkeringsperiode binnen de huidige regeling.

Heeft u vragen over de nieuwe regeling? Die kunt u stellen aan BPF Schilders of aan Aad Buller van OnderhoudNL.